Spraakmakende vrouwen NH

Vrouwengeschiedenis

Elisabeth Wolff, schrijfster

In De Rijp beleefden de dames Elisabeth Wolff en Agatha Deken (1780-1781) hun innige vriendschap in een tijd dat het woord lesbisch nog niet was uitgevonden. Niet over hun vriendschap maar wel meer over het werk van de schrijfster Betje Wolff is te vinden in het naar haar vernoemde museum te Midden-Beemster.

Aaltje Zomer, vroedvrouw 

Onderweg passeer je het Kleinste Huisje, dat als een piepklein museum is ingericht. Aan de muur hangt een groot vel papier met de boekhouding van Aaltje Zomer, die van 1877-1880 in deze plaats vroedvrouw was. Het gevraagde bedrag voor de bevalling werd hierop genoteerd. De kraamvrouwen heten bij haar: De vrouw van…en dan volgt er een mannennaam. Sommige klanten bestempelde ze als De bijslaap van….Een zekere Hein Jonker maakte zelfs twee bijslapen zwanger.

 

 

De 17 dames uit De Rijp

Bij de grote brand in 1654 waarbij 430 huizen en 100 pakhuizen is de as gelegd werden bleef de Grote Kerk (1529) gespaard, maar de gebrandschilderde ramen gingen verloren. In de periode van 1654 – 1657 werden ze hersteld. Eén raam werd door 17 dames uit De Rijp geschonken.

Francien de Zeeuw  (1922 – 2015), Eerste Marva

Francien was een Nederlands verzetsstrijder in WOII  en de eerste vrouwelijke militair binnen de Nederlandse krijgsmacht. Ze stond bekend als eerste lid van de Marine Vrouwenafdeling (Marva) en om haar heldhaftige en risicovolle verzetsdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze luisterde telefoonverkeer af en drong telefooncentrales binnen Later werkte De Zeeuw ook als smokkelaar voor het verzet. “Mijn moeder naaide allemaal zakken in mijn corselet en dan ging ik 2 keer in de week naar Amsterdam. Eerst nam ik alleen voedselbonnen mee, maar later kreeg ik ook revolvers.”
Marva: Toen er na de bevrijding van het zuiden van Nederland vraag kwam naar een marine vrouwenkorps wilde koningin Wilhelmina hier in eerste instantie niet in mee. Het moest uit de meisjes zelf komen. De dan 22-jarige Francien de Zeeuw stuurde een lijst met 12 handtekeningen van gemotiveerde jonge vrouwen die bij de marine in dienst wilden naar de koningin. Die was overtuigd en tekende op 31 oktober 1944 het Koninklijk Besluit tot oprichting van de Marva. De Zeeuw vertrok naar Engeland, waar zij de eerste Marva werd.
Ze is overleden in 2015 in haar woonplaats Middenbeemster.  

Frieda Belinfante (1904 – 1995), Dirigente

Het kleine orkest
Frieda Belinfante was de eerste vrouwelijke dirigent ter wereld en openlijk lesbisch. 
Als dochter van een Joodse pianist en niet Joodse moeder leerde zij al vroeg de cello bespelen. Tijdens de jaren twintig speelde zij als eerste celliste bij de Haarlemsche Orkest Vereeniging. In dezelfde periode woonde zij samen met haar vriendin, maar besloot in 1930 toch het huwelijk in te treden met de muzikant Johan Feltkamp. Het huwelijk hield maar tot 1936 stand. Vanaf 1935 was Frieda Belinfante dirigent bij een kinderkoor, leidde een vrouwenkoor en het Sweelinck-orkest van de Gemeentelijke Universiteit in Amsterdam. In 1938 trad zij op met haar eigen orkest (Het Kleine Orkest) in het Concertgebouw te Amsterdam. Als muzikaal hoogtepunt won Frieda, als enige vrouwelijke deelnemer, een dirigentenconcours. Het  begin van WOII gooide roet in het eten. Zij hief haar orkest op uit vrees voor het lot van de Joodse muzikanten in haar orkest. Zelf trad ze als half-joodse wel op maar weigerde lid te worden van de Nederlandsche Kultuurkamer.

Zij ging in het verzet, kleedde zich als man en was de drijvende kracht achter de aanslag op het bevolkingsregister te Amsterdam op 27 maart 1943. Zij kreeg hiervoor geen vermelding in het naslagwerk van Loe de Jong en werd nooit onderscheiden voor haar verzetswerk. Reden? Ze was openlijk homoseksueel en daar wilde men na de oorlog niets van weten.
Nergens meer welkom, maar vond Bobbie, haar grote liefde.
Na de oorlog kon Frieda in Nederland nergens terecht. Hoewel de AVRO haar de beste kandidaat vond om dirigent te worden werd het duidelijk dat zij als ongehuwde, openlijk lesbische vrouw, de functie niet zou krijgen. Frieda emigreerde naar Los Angeles waar zij met groot succes een orkest  leidde en zodoende de eerste vrouwelijke dirigent ter wereld werd. Haar succes zette echter kwaad bloed bij andere orkesten en toen haar orkest in 1962 opging in een ander orkest was er voor haar geen plaats meer als dirigent. Zijn leefde daarna van het lesgeven. Hierdoor ontmoette zij Bobbie Minkin, een dertig jaar jongere vrouw en getrouwd, met wie zij jarenlang een relatie had. Tot aan haar dood zou Bobbie voor haar zorgen.

Voor wie meer wil weten over haar leven: Toni Boumans maakte in 1998 een documentaire over Frieda Belinfante en schreef het boek Een schitterend vergeten leven (2015). In 2017 kwam haar levensverhaal op de radio als hoorspel Geen noot is onschuldig.